Direct naar de inhoud
Public Health

Maatregelen op wereldvlak

De EU is niet de enige die het gevaar van AMR erkent, en ze pakt het probleem op het hoogste politieke niveau aan. Veel landen buiten de EU, maar ook internationale organisaties houden zich met de kwestie bezig. Internationale samenwerking is een belangrijk onderdeel van het actieplan ter bestrijding van AMR. Uit recente verklaringen van de G7 (van oktober 2015, juni 2015, april 2016, november 2017, juni 2021) en van de G20 (mei 2017, oktober 2018, oktober 2019, november 2020, september 2021) blijkt dat de omvang van het probleem international veel meer aandacht moet krijgen en wereldwijd met vereende krachten moet worden aangepakt.

Op wereldvlak werkt de Commissie nauw met de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) samen en is zij betrokken bij de uitvoering van het wereldwijde actieplan van de WHO ter bestrijding van AMR.

De Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) speelt een belangrijke rol door steun aan overheden, producenten, handelaren en andere belanghebbenden te verlenen, zodat ze maatregelen kunnen nemen om het gebruik van antimicrobiële stoffen tot een minimum te beperken en de ontwikkeling van AMR te voorkomen. De FAO heeft ook haar actieplan ter bestrijding van antimicrobiële resistentie 2021-2025 herzien.

Ook de Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE) erkent dat AMR een wereldwijd probleem voor de gezondheid van mens en dier is. De organisatie promoot daarom een verantwoord en spaarzaam gebruik van antimicrobiële stoffen om de therapeutische werkzaamheid ervan voor zowel dieren als mensen te vrijwaren. De OIE zet zich in om AMR wereldwijd te voorkomen door een verantwoord en spaarzaam gebruik van antimicrobiële stoffen in de diergeneeskunde te promoten en een beter inzicht in en een doeltreffender toezicht op het gebruik van antimicrobiële stoffen in de veehouderij te bevorderen.

De WHO, de FAO en de OIE delen de verantwoordelijkheden in de strijd tegen antimicrobiële resistentie en hebben de tripartiete alliantie tegen AMR en een bijbehorend secretariaat opgericht. De tripartiete alliantie tegen AMR werkt bij milieuthema’s nauw met het UNEP samen.

Op basis van de aanbevelingen van de Interagency Coordination Group (IACG) van de VN zijn/worden drie wereldwijd actieve structuren ter bestrijding van AMR opgericht: de Global Leaders Group (GLG) – opgericht om het politieke engagement en leiderschap ter bestrijding van AMR wereldwijd te versterken –, het Independent Panel on Evidence en het Partnership Platform..

De Commissie en andere Europese instellingen – onder meer het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC), het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) – werken ook nauw samen met de regeringen en gespecialiseerde agentschappen in de VS, Canada, Noorwegen en het VK in het kader van de Trans-Atlantic Task Force for Antimicrobial Resistance (TATFAR).

De Commissie ondersteunt ook de activiteiten van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) om de economische impact van AMR te beoordelen aan de hand van een “één gezondheid”-benadering. Daarbij worden verschillende beleidsopties ter bestrijding van AMR doorgelicht en de kosten van AMR en het effect van beleidsmaatregelen op de arbeidsmarkt en de economie in ruimere zin beoordeeld.

Landen werken internationaal ook samen via een Intergovernmental Task Force on Antimicrobial Resistance, die verslag uitbrengt aan de Codex Alimentarius Commissie.