Direct naar de inhoud
Public Health

In haar contacten met landen buiten de EU en met internationale organisaties tracht de EU:

  • goede gezondheid voor iedereen binnen en buiten de EU te bevorderen
  • ambitieuze beginselen, normen en wetgeving op het gebeid van volksgezondheid te promoten
  • wereldwijde gezondheidskwesties onder de aandacht te brengen
  • ongelijkheden op gezondheidsgebied tussen verschillende landen en regio's binnen de EU aan te pakken

De EU werkt hiervoor samen met diverse belanghebbenden.

Bovendien beschikken ook het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) en het Europees Geneesmiddelenagentschap (EMA) over actieve internationale programma's.

Samenwerking met landen buiten de EU

De EU werkt op het gebied van gezondheidskwesties samen met landen buiten de EU. Het doel hiervan is een goede gezondheid voor iedereen en ambitieuze beginselen, normen en wetgeving.

Zij werkt samen met:

  • Landen buiten de EU overal ter wereld, op basis van bilaterale overeenkomsten
  • Landen die een aanvraag hebben gedaan om nieuwe EU-lidstaten te worden
  • Buurlanden die vallen onder het Europees nabuurschapsbeleid

Bilaterale samenwerking met landen buiten de EU overal ter wereld

De EU heeft bilaterale partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomsten gesloten met veel landen ter wereld. Deze overeenkomsten vormen een algemeen kader voor samenwerking op het gebied van volksgezondheid. Zij dienen ook als basis voor de bilaterale samenwerking tussen deze landen en afzonderlijke EU-landen.

Wanneer meer technische samenwerking nodig is, kan de Europese Commissie (directoraat-generaal Gezondheid en Voedselveiligheid) overeenkomsten met nationale ministeries sluiten over specifieke sectoren.

Potentiële nieuwe EU-lidstaten

De EU geeft landen die een aanvraag hebben ingediend om tot de EU toe te treden (“kandidaat-lidstaten”) en landen die dat eventueel gaan doen advies over het EU-gezondheidsbeleid, en beoordeelt hun vooruitgang in de richting van de normen en het beleid van de EU op dit gebied. Het gaat om de volgende "hoofdstukken" van de toetredingsonderhandelingen:

  • Volksgezondheid – hoofdstuk 28 over de bescherming van de consument en de volksgezondheid
  • Farmaceutica – hoofdstuk 1 over het vrij verkeer van goederen

De Commissie ondersteunt en begeleidt deze landen en monitort hun vorderingen bij het integreren van de EU-regels in hun eigen wetgeving.

Het mechanisme voor de uitwisseling van technische bijstand en informatie (TAIEX) en de jumelageprogramma’s met de nationale overheidsdiensten van EU-landen helpen de betrokken landen te helpen om hun gezondheidsnormen in overeenstemming te brengen met die van de EU en om de nodige instellingen en administratieve structuren op te zetten of te ontwikkelen.

Naburige landen

Het Europees nabuurschapsbeleid vormt het belangrijkste aspect van het buitenlands beleid van de EU ten aanzien van 16 van haar buurlanden.

Het berust op bilaterale actieplannen, die zijn overeengekomen tussen de EU en afzonderlijke partnerlanden en die de agenda voor hervormingen gedurende 3 tot 5 jaar bepalen. Afhankelijk van de prioriteiten van ieder land kunnen deze betrekking hebben op bijvoorbeeld:

  • hervorming van het gezondheidsbeleid en de sector volksgezondheid, en de beleidsdialoog op gezondheidsgebied
  • voorlichting en kennis over gezondheid
  • bestrijding van besmettelijke ziekten en andere bedreigingen voor de gezondheid

De steun omvat bijvoorbeeld opleidingsprogramma’s zoals het Mediterranean Programme for Intervention Epidemiology Training (MediPIET) en samenwerking met het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC).

De Commissie werkt nauw samen met de drie Oost-Europese landen die associatieovereenkomsten met de EU hebben gesloten (Oekraïne, Moldavië en Georgië). Zij helpt hen hun volksgezondheidsvoorschriften dichter bij die van de EU te brengen en algemene hervormingen op het gebied van volksgezondheid dor te voeren.

Er bestaan ook financiële instrumenten die het beleid ondersteunen (TAIEX en jumelageprogramma’s).